DEN HAAG - Nederland heeft vergaande afspraken met Duitsland gemaakt over de inzet van beide landen in Afghanistan. Als Nederland nu een streep haalt door de voorgenomen nieuwe missie naar Kunduz, laat ons land Duitsland flink in de steek. Dat is niet goed voor de bilaterale en de Europese verhoudingen.
Dat zei dinsdag Ko Colijn, directeur van Instituut Clingendael in Den Haag en hoogleraar internationale betrekkingen en internationale veiligheid aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. „Het zou een merkwaardige omkering zijn: wij hebben de Duitsers altijd verweten dat ze niks durfden daar in Afghanistan, maar nu zijn wij het die onze partner in de steek dreigen te laten.”
Volgens Colijn wordt internationaal hoofdschuddend naar de Nederlandse worsteling met de politietrainingsmissie gekeken. „De gevolgen zullen op den duur niet meevallen”, voorspelt de hoogleraar.
---
Het lijkt de discussie om het windmolenpark wel: als het ene argument van tafel is geveegd wordt weer een andere uit de hogehoed gehaald.
Maar militaire inzet is nog steeds een nationale aangelegenheid, inclusief de politieke raakvlakken daarmee.
Het zou anders worden als uitzending naar andere landen een Europese zaak zou zijn, dan had Nederland gewoon haar deel moeten bijdragen. Maar zover zijn we in Europa nog niet.