ARNHEM - Ruim 157.000 leerlingen van groep acht van de basisschool bijten vanaf dinsdag drie dagen lang hun tanden stuk op de opgaven van de Citotoets. Dit jaar doet 85 procent van de basisscholen mee, evenveel als vorig jaar. Het gaat dit jaar om ongeveer 6200 scholen.
De uitslag van de test is voor achtstegroepers een hulpmiddel bij het kiezen van het juiste type middelbare school. Daarnaast geeft de leraar een schooladvies en de wens van ouders en kind telt ook mee. Middelbare scholen stellen wel steeds vaker eisen aan de score van de Citotoets.
De Citotoets meet wat een kind in acht jaar basisonderwijs heeft geleerd. Ook geeft het inzicht in het leertempo, de concentratie, de motivatie en het doorzettingsvermogen. Aan het einde van de basisschool is een toets verplicht die de kennis van kinderen meet, maar dat hoeft niet per se de test van het Centraal Instituut Toetsontwikkeling (Cito) te zijn.
De Citotoets begon in 1966 in Amsterdam als de Amsterdamse Schooltoets. Professor Adriaan de Groot is de grondlegger. Het Centraal Instituut Toetsontwikkeling nam de Amsterdamse Schooltoets, die toen al geheel uit meerkeuzeopgaven bestond, in 1970 over. Het aantal leerlingen dat de test aflegt, groeide snel.
---
Toch vreemd dat ondanks al dat toetsen de kinderen nog maar nauwelijks kunnen rekenen of schrijven als ze van de basisschool komen. Ook het middelbaar onderwijs voegt er vervolgens weinig aan toe zo lijkt het.
De Amsterdamse Schooltoets, het onderwijs wordt er niet beter van maar een hele club als ambtenaar vermomde kruideniers kan zich wel mee bezighouden.