DEN HAAG - Het kabinet weigert de aanschafbelasting (bpm) voor auto's helemaal te schrappen bij de invoering van de kilometerheffing.
Naast de invoering van de heffing blijft ook minimaal 15 procent aanschafbelasting voor nieuwe auto's bestaan. In het kabinet wordt zelfs druk onderhandeld om dit op 25 procent te houden. Dat melden ingewijden rond de ministerraad, die deze maand de knoop wil doorhakken. Met deze opstelling dreigt het kabinet het draagvlak te verspelen, waar minister Eurlings (Verkeer) het afgelopen jaar aan heeft gewerkt. Onder meer Bovag en RAI Vereniging steunen de kilometerheffing alleen als de bpm wordt afgeschaft. Het is de bedoeling het gebruik van auto's te belasten in plaats van het bezit.
Als reden voor het handhaven van een deel aanschafbelasting wordt nu aangevoerd dat de kilometerprijs te hoog wordt. Er is namelijk afgesproken dat het verlies aan bpm-inkomsten (in totaal 3,7 miljard euro per jaar) door de kilometerprijs geheel moet worden gecompenseerd. Bij een totale bpm-afbouw zou dat kunnen betekenen dat de heffing uitkomt op zo'n 8 cent per gereden kilometer. Daar komt mogelijk nog een spitsheffing bovenop.
---
Het kabinet is bezig de kip met de gouden eieren te kortwieken.
Als inderdaad de BPM grotendeels blijft bestaan bij de invoering van de kilometerheffing zal dat gaten gaan slaan in de begroting van volgende kabinetten.
Want de auto zal niet meteen aan de kant gezet (kunnen) worden. Maar eens is de financiele druk op de auto te groot, en zullen mensen andere keuzes maken en eerder afzien van de aanschaf een auto en het gebruik er van. In eerste instantie zal dat zichtbaar worden door dat kleine auto's veel meer gebruikt zullen worden, een SUV raak je aan de straatstenen niet meer kwijt.
Behalve de meer directe autokosten wordt ook parkeren steeds duurder en daarbij ook nog minder mogelijk.