Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
Software wordt nooit foutloos'
Andrew Tanenbaum, onderzoeker bij de Vrije Universiteit (VU).

Software zal nooit foutloos worden omdat ontwikkelaars bestaande software onvoldoende doorontwikkelen en te veel gefocust zijn op nieuwe versies. Dat stelt VU-onderzoeker Andrew Tanenbaum die de betrouwbaarheid en veiligheid van systeemsoftware onderzoekt.
U heeft een subsidie van 2,5 miljoen euro gekregen van de European Research Council (ERC). Wat gaat u precies onderzoeken?

Ik ga onderzoek doen naar betrouwbare en veilige systeemsoftware. Ik wil het systeem Minix, dat ik in de jaren tachtig maakte, verder ontwikkelen.

In software zitten altijd fouten, dat zijn bugs in de code. Een bug zorgt niet altijd voor een crash, dat gebeurt alleen in bijzondere omstandigheden. Software moet deze fouten eigenlijk zelf detecteren en oplossen, zodat de gebruiker er niets van merkt. Er is wel zelfregulerende software, maar niet veel en het werkt niet zo goed.

Veel software is zo ontwikkeld dat er geen wijzigingen aangebracht kunnen worden terwijl de programmatuur draait. Programma's moeten gestopt of herstart worden om updates door te voeren. Dat lukt niet altijd, servers bij banken moeten altijd blijven draaien. Door meer te moduleren moet het mogelijk worden om bijvoorbeeld de software op een draaiende fileserver te vernieuwen.

---

Vindt ik een goed initiatief.
Fouten zijn niet voor 100% te voorkomen. Als je dat beseft kun je proberen ze zo vroeg mogelijk te vinden.

In de telecommunicatie hebben ze in het verleden ook geprobeerd door 100% foutvrije transmissielijn te willen maken.
Het bleek dat een 100% foutvrije lijn niet mogelijk was, maar dat 100% foutvrije data transmissie wel mogelijk was, m.b.v. speciale transport protocollen. TCP is er daar één van.
Voor software zou het ongeveer hetzelfde kunnen gaan gelden. 100% foutloos: nee, maar echt lang zal een fout niet meer blijven bestaan.
Tenminste, dat is waar VU-onderzoeker Andrew Tanenbaum aan gaat werken.