Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
het Australische Macquarie Island
Door de mens geïntroduceerde dieren vormen een gevaar voor de flora en fauna op het Australische Macquarie Island. Momenteel vreten konijnen alles kaal. De directe oorzaak is de succesvolle bestrijding van een kattenplaag. Tijd om het eiland voorgoed te verlossen van de invasie van uitheemse dieren.

Kleine onbewoonde, onaangetaste eilanden. Veel zijn er niet meer, want bijna overal ter wereld zijn er sporen van de mens te vinden. Ook op Macquarie Island, halverwege Australië en Antarctica. Zeehondenknuppelaars kwamen gebruikten dit eiland in de 19e eeuw al als uitvalsbasis. En met hen kwamen katten en konijnen.

De zeehondenknuppelaars verdwenen weer, maar de door hen geïntroduceerde dieren helpen – zonder natuurlijke vijanden – sindsdien het hele eiland naar de knoppen. Momenteel vreten de konijnen alles kaal en verdwijnt de bijzondere, lokale flora.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw werd er al alarm geslagen. En sinds 1968 wordt er al geprobeerd de konijnenpopulatie in te perken. Maar tot nu toe valt het flora- en faunabeheer van de regen in de drup. Een groep ecologen schrijft deze week in het ‘Applied Journal of Ecology’ hoe de zaken ervoor staan.

De konijnen vormden, met alleen een beperkt aantal katten als natuurlijke vijand, een enorme plaag.
In 1968 werd – om het eiland te redden – de Europese konijnengriep (spilopsyllus cuniculi) geïntroduceerd. Het duurde even voor deze zich verspreid had. In 1978 bereikte de konijnenpopulatie zijn top van 130.000 exemplaren, maar daarna bleek het succes. Tien jaar later waren er nog maar 10.000 konijnen over en de lokale flora begon zich weer te herstellen.

Maar de ingreep had een onbedoeld gevolg. De katten, die eerst hun buikje rond konden eten aan konijnen, begonnen zich tegoed te doen aan pinguïns. Het faunabeheer kwam met een reddingsoperatie: de katten werden tot en met het allerlaatste exemplaar uitgeroeid. In 2000 werd de laatste afgeschoten.

Helaas bleek toen het gunstige effect van de katten op het aantal konijnen. Deze hebben zich sindsdien, ondanks de nog steeds aanwezige griep, weer in aantal vertienvoudigd. De konijnenbestrijding van de laatste veertig jaar is dus weer terug bij af.

De onderzoekers hebben op vijftig plekken op het eiland gekeken hoe het landschap daar de laatste zeven jaar veranderd is. En dat is flink. Waar eerst mooie planten groeiden, is nu alleen nog gras te vinden. De konijnen vreten alles kaal en de onderzoekers luiden de alarmklok.

De Australische regering stelt nu zo’n twaalf miljoen euro beschikbaar om alle uitheemse knaagdieren – want er zijn ook nog muizen en ratten – op het eiland uit te roeien. En voor het voortbestaan van het lokale ecosysteem is het te hopen dat dit ze lukt, maar wat zullen de onvoorziene gevolgen dit keer zijn?

---

Misschien kunnen ze beter maar niet streven naar uitroeing van uitheemse soorten, maar streven naar evenwicht: een paar nesten jonge vossen of zo er bij.
Het is aannemelijk dat die vossen er ook wel geweest zouden zijn als het niet om een eiland zou gaan.
Alleen een ambtenaar met verstand van een telraam kan zoiets doms bedenken als het introduceren van konijnengriep.

Misschien moet je de katten ook wel weer terug brengen, op één of andere manier zal de natuur op termijn wel weer een evenwicht vinden.
Zoiets duurt echter erg lang, veel langer dan wij mensen leven.