Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
Relatief weinig bètastudenten in Nederland
RIJSWIJK - Slechts een op de tien Nederlandse afgestudeerden heeft een bètastudie afgerond en dat is internationaal gezien heel erg weinig.
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Anderzijds blijkt de instroom van studenten aan bètastudies wel flink te zijn toegenomen in de afgelopen jaren.

De onderzoekers namen 20 ‘westerse’ landen onder de loep en bekeken onder meer wat voor studierichting de hoger opgeleiden (hbo of universiteit) tussen de 25 en 65 hadden afgerond.
Van die 20 westerse landen heeft Nederland alleen Japan onder zich als het aankomt op het percentage bèta-afgestudeerden, oftewel studenten die bijvoorbeeld een technische, wiskundige of natuurkundige studie hebben afgerond.

Koploper is Zuid-Korea (26,1 procent), opkomende landen liggen in het voormalig Oostblok. Een eenduidige verklaring daarvoor is er niet, maar vaak ligt de status van een technisch beroep hoger en het bijbehorende salaris ook.

Volgens het platform Bèta Techniek, dat zich onder meer heeft toegelegd op het vergroten van het aantal afgestudeerde bètastudenten, ligt het percentage afgestudeerden echter wel iets hoger in Nederland, namelijk op 18 procent.

''De definitie van het CBS is smaller dan die van het Platform', laat een woordvoerster weten. Die 18 procent is echter nog altijd ver onder het streefgetal van 40 procent, dat door 9 sectoren is afgesproken in een zogenoemd Masterplan.

Uit vrijdag verschenen cijfers van het Platform blijkt echter wel dat er steeds meer studenten een technische opleiding zijn gaan volgen. De instroom op het hbo en wetenschappelijk onderwijs is met respectievelijk 14 en 91 procent gestegen ten opzichte van 2000. '

'Op universiteiten en hbo’s zien we de instroom toenemen. Vooral het aandeel van vrouwen in het wetenschappelijke onderwijs neemt toe. Het is fijn dat er verbetering wordt geboekt, maar we zijn er nog lang niet’’, reageert Jeroen van der Veer, voorzitter van de Raad van Toezicht bij het platform en oud-topman bij Shell.

''Hopelijk komt er door alle inspanningen van het Platform en onder invloed van de crisis nu een versnelling van de instroom’’, aldus Van der Veer. ''Tijdens economisch goede tijden kiezen jongeren vooral een leuke studie, tijdens een crisis kijken ze meer naar waar een tekort aan mensen is. We hebben pas laat dat gevolg van de crisis gezien in de instroom.’’

---

De conclusie in bovenstaand artikel 'vaak ligt de status van een technisch beroep hoger en het bijbehorende salaris ook'
lijkt me onvolledig, er moet bij staan dat in veel Aziatische- en voormalige oostbloklanden dit zo is.
Meestal, en zeker in Nederland, is dat niet zo.
Als dat echt wel zo zou zijn was er geen tekort aan technici.

Ook de genoemde toename van de instroom op het hbo en wetenschappelijk onderwijs met respectievelijk 14 en 91 procent wijst op een instroom die al jaren erg laag geweest moet zijn, anders hoorden we de scholen en universiteiten nu over gebrek aan capaciteit. Het positieve geluid betreffende de instroom geldt overigens alleen voor de instroom bij het wetenschappelijk onderwijs.
De hogere instroom bij het hbo van 14 procent over 13 jaar is nauwelijks te vermelden waard als je ook rekening houdt met de bevolkingsgroei in die periode, en dat is eigenlijk wat van der Veer in bedekte termen ook zegt.

De groei van de instroom bij het wetenschappelijk onderwijs zet niet zoveel zoden aan de economische dijk. Ik wil niet zeggen dat universiteiten niet nodig zijn, maar ze leiden niet op voor de meer praktische behoeften in onze maatschappij.

Het gebrek aan technische vakmensen blijft dus voorlopig wel bestaan.