Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
'Plantenseks verloopt moeizaam in ruimte'
Plantenseks verloopt moeizaam wanneer er veranderingen in de zwaartekracht plaatsvinden, zoals in de ruimte.
Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Montreal in het wetenschappelijk tijdschrift PLOS ONE.

De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen door pollenbuizen van een Japanse roos te laten groeien in een centrifuge van de European Space Agency in Noordwijk. Dit apparaat bootste omstandigheden na met meer of juist minder zwaartekracht dan op aarde.

De onderzoekers kozen voor pollenbuizen, omdat dit de snelst groeiende cellen in het plantenrijk zijn. Uit het mannelijk stuifmeel van een plant kan binnen enkele seconden een pollenbuis ontstaan wanneer het in contact komt met een stamper, het vrouwelijk seksueel orgaan van bloeiende planten

Uit het experiment in de centrifuge bleek echter dat pollenbuizen bij lagere zwaartekracht veel minder goed groeiden. De diameter van de buizen nam tot acht procent af. Bij hogere g-krachten nam de dikte van de pollenbuis juist toe.
Ook binnenin de plantencellen traden er problemen op. Het transport van stoffen die de mannelijke geslachtsorganen laten groeien en functioneren werd ernstig verstoord door de veranderende zwaartekracht.

Volgens hoofdonderzoeker Anja Geitmann is het dan ook maar de vraag of de aanleg van bijvoorbeeld een groentetuin op Mars mogelijk is. Meer onderzoek is nodig om uit te zoeken of en hoe bepaalde planten in buitenaardse omgevingen zullen groeien.

Maar het onderzoek heeft vanwege het gehinderde transport van stoffen binnen cellen mogelijk ook consequenties voor de gezondheid van menselijke ruimtereizigers.

'Onze bevindingen hebben implicaties voor de menselijke gezondheid, omdat vergelijkbare effecten kunnen optreden in menselijke cellen, zoals zenuwcellen waarbij intracellulair transport van stoffen cruciaal is', verklaart Geitmann op nieuwssite ScienceDaily.

---

De door evolutie ontwikkelde soorten zijn precies aangepast aan de omstandigheden waarin ze leven. Als die omstandigheden veranderen moeten ze zich zo mogelijk ook aanpassen. Dat kost op zijn minst tijd en is soms ook gewoon onmogelijk.

Echt een verrassing zal dat voor de onderzoekers niet zijn, maar het punt zal zijn dat het nu ook bewezen is.