Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
Ontkennen bestaan God op billboard mag
AMSTERDAM - De tekst 'Er is waarschijnlijk geen God', die vorige maand op een billboard langs de A4 stond, is niet nodeloos kwetsend. Dat heeft de Reclame Code Commissie (RCC) woensdag bepaald na een klacht van reformatorische leerlingen.

De vwo-2-leerlingen van het Van Lodensteincollege in Amersfoort dienden een klacht in over het billboard, omdat ze de tekst nodeloos kwetsend vonden. Ook zou de bewering hen aantasten in hun geloofswaarde, en zou de tekst niet bewezen kunnen worden en onrust en verdeeldheid zaaien. Bovendien vonden de jongeren de tekst 'discriminerend en niet eerlijk'.

De atheïstische reclame was geplaatst door Floris van den Berg. Hij vindt dat de reclame niet bedoeld was om iemand te kwetsen, ,,maar om mensen aan te sporen tot nadenken over de vraag of er echt een god bestaat en of religie een geprivilegieerde positie in de maatschappij moet hebben''.

Volgens het besluit van de RCC verwoordt Van den Berg niet meer dan een persoonlijke mening en mag hij dat doen op grond van de vrijheid van meningsuiting. ,,Dat klager en de leerlingen van zijn klas de mening van adverteerder in strijd met hun persoonlijke geloofsopvattingen achten, brengt nog niet mee dat de tekst op het billboard nodeloos kwetsend is.'' Ook geeft de RCC aan dat het een ideële kwestie is, waarvan het bewijs niet rationeel is te leveren. ,,Van discriminatie van gelovigen als groep is ten slotte geen sprake, nu adverteerder niet oproept om gelovigen in ongunstige zin afwijkend te behandelen.''

---

Eerlijk gezegd lijkt me dat de meest voor de hand liggende uitkomst. Een zwak punt van de aanklacht, maar voor de uitspraak niet relevant, is dat ze gedaan is door leerlingen van een school en niet door een kerk of een andere club van volwassen mensen.

Ik denk dat de RCC wel verder gekeken heeft dan haar neus lang is: een negatief oordeel zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor andere uitingen in de religieuze sfeer. Naar aanleiding van deze rechtzaak is toch al te verwachten dat voorheen wel geaccepteerde teksten zullen worden herzien.