Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
„Genesis 1 letterlijk historie”
EL CAJON – Genesis 1 is letterlijk geschiedenis. Dat blijkt uit een statistisch onderzoek van de Amerikaanse hebraïcus dr. Steven Boyd. „We hebben fundamenteel aangetoond dat het in Genesis 1 om geschiedenis gaat en niet om poëzie.”

Volgens een populaire opvatting is Genesis 1 te beschouwen als een poëtisch verhaal over het begin van het universum, het is een fabel of mythe: de schepping heeft niet letterlijk zo plaatsgevonden als in Genesis 1 vermeld staat. Deze visie heeft oude papieren. De Joodse filosoof Philo (20 v. Chr.-42 na Chr.) maakte al verschil tussen een letterlijke en een allegorische opvatting van Genesis.

De Amerikaanse hebraïcus dr. Steven Boyd vraagt zich echter niet af hoe het Bijbelhoofdstuk gelezen kán worden, maar hoe het gelezen móét worden. Met behulp van statistiek onderzocht Boyd of Genesis 1:1 tot en met 2:3 poëzie is, dan wel proza.

De hebraïcus vergelijkt in het eerste deel van zijn onderzoek dichterlijke gedeelten met verhalende gedeelten uit het hele Oude Testament, van Genesis 17 tot en met de profeten.

Hij berekent met behulp van statistiek dat beide typen van elkaar verschillen door specifieke kenmerken van werkwoorden die erin voorkomen. „Het blijkt dat werkwoorden van het type preteritum kenmerkend zijn voor verhalende Hebreeuwse teksten. Dit is overigens allang bekend, maar het aandeel preterita ten opzichte van de andere werkwoordstypen is nog nooit statistisch onderzocht”, aldus Boyd.

Betrouwbaar

Boyd constateert dat de verhouding tussen de typen van de zogenoemde finiete werkwoorden bepalend is. „Finiete werkwoorden worden onderscheiden in preterita, perfecta, vav-perfecta en imperfecta. Wij stelden de verhouding preterita vast ten opzichte van de andere finiete werkwoorden.”

Het blijkt dat in verhalende tekst de preterita minimaal 40 procent uitmaken van het totaal van de finiete werkwoorden, met een betrouwbaarheid van 97,5 procent.

Na deze conclusie onderzoekt Boyd of deze uitkomst gebruikt kan worden om te voorspellen hoe een tekst geclassificeerd kan worden.

„Als je een bepaalde verdeling van finiete werkwoorden hebt in een tekst kun je dat gebruiken om te voorspellen of een Bijbelgedeelte poëzie of proza is?”

Boyd gebruikt daarvoor regressieanalyse, een vorm van statistiek die hij toepast om met een grote mate van waarschijnlijkheid te kunnen bepalen of een Bijbelgedeelte geschiedenis is of dichtkunst. Hij telt daarvoor het aantal finiete werkwoorden en onderscheidt ze naar de type preterita en overige.

Boyd voert zijn berekeningen uit op Genesis 1:1 tot en met 2:3. „Het aandeel preterita in dat Bijbelgedeelte bleek 65,47 procent, met een statistische nauwkeurigheid van 99,9973 procent. Daaruit concludeerden we dat de auteur van Genesis 1 zich bewust was dat hij werkelijke geschiedenis beschreef.”

Uit het onderzoek van de hebraïcus blijkt ook dat de zondvloed als geschiedenis moet worden beschouwd: het aandeel preterita is daar 48 procent van alle infiniete werkwoorden.

Letterlijke lezing

Boyd noemt de uitkomst van zijn onderzoek zeer belangrijk. „We hebben nu fundamenteel aangetoond dat het in Genesis 1 om geschiedenis gaat en niet om poëzie. Bij letterlijke lezing van dat Bijbelgedeelte blijkt ook dat de aarde jong is. Dat laat geen ruimte voor perioden van miljoenen jaren.”

Ook vindt de letterlijke opvatting van Genesis 1 steun in de Bijbel, onder meer Markus 10:6, waar Jezus Zelf sprak: „Maar van het begin der schepping heeft ze God man en vrouw gemaakt.”

---

Dat laatste is natuurlijk zonder meer een vreemde manier van redeneren, een boek dat de eigen waarheid nog binnen hetzelfde kaft zou kunnen bevestigen.
De bovenstaande tekst komt van Refdag.nl. In verband met het Darwin jaar doen ze daar extra hun best om zich af te zetten tegen de evolutie gedachte in het algemeen.

Er is op Genesis nogal wat af te dingen als het om de feiten gaat. Bijvoorbeeld Genesis 1:16 t/m 1:18 :

16 God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren.

17 En God stelde ze in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde.

18 En om te heersen op den dag, en in den nacht, en om scheiding te maken tussen het licht en tussen de duisternis.

---

Zo zijn er nog wel meer dingen te noemen.
Het zal duidelijk zijn dat de schrijver geen flauwe notie had van wat de sterren zijn, noch dat er sterren zijn die zonder hulpmiddelen niet waarneembaar zijn. Laat staan dat ze licht (kunnen) geven op de aarde.

Geloven mag je alles, maar beweren dat de auteur van Genesis 1 zich bewust was dat hij werkelijke geschiedenis beschreef is ongeloofwaardig.