HOUTEN - Noordhoff Uitgevers komt volgend jaar met een nieuwe rekenmethode voor het basisonderwijs. De methode, Reken zeker, is ontwikkeld met de Stichting Goed Rekenonderwijs.
Dat maakte het bedrijf donderdag bekend. De aanpak is een alternatief voor de verschillende methodes van het zogeheten realistisch rekenen. Door teruglopende prestaties van Nederlandse scholieren staan die methodes onder druk.
Kenmerk van de nieuwe aanpak is dat leerlingen elk rekenprobleem oplossen met een afzonderlijke strategie, waaronder staartdelingen en tafels. Door veel te oefenen raken de kinderen vaardig in het oplossen van een rekenprobleem. De praktijk in het basisonderwijs is nu dat de leerlingen verschillende strategieën krijgen aangeboden voor een probleem.
Basis voor de methode is het werk van twee leraren, Arjen de Vries en Piet Terpstra, die hun aanpak in een groot aantal ordners hebben uitgewerkt. De Stichting Goed Rekenonderwijs heeft de steun van een comité van aanbeveling met Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft, en de hoogleraren Vincent Icke (sterrenkunde), Ad Lagendijk (natuurkunde) en Henriëtte Maassen van den Brink (economie).
De groep kreeg weerwerk van een aantal andere hoogleraren, die bestrijden dat de leerlingen door de methodes van het realistisch rekenen minder goede prestaties boeken. Een van hen is Adri Treffers, emeritus-hoogleraar primair onderwijs en verbonden aan het Freudenthal Instituut, dat als voorstander van de nu dominante ’moderne’ methodes geldt.
In Noordwijkerhout congresseren deskundigen op het gebied van rekenonderwijs tot vrijdag over dit onderwerp. Uit onderzoek is gebleken dat Nederlandse basisscholieren sinds 1995 geleidelijk slechter zijn gaan rekenen. Op internationale ranglijsten is Nederland gezakt van de zesde naar de negende plaats van 36 landen. Bij het natuurwetenschappelijk onderwijs behoort Nederland niet meer tot de top tien.
---
Op de leeftijd waarop kinderen het rekenen moeten leren zijn ze, op een enkele uitzondering na, net als jonge eendjes. Het op die leeftijd zelf grotendeels laten uitzoeken, i.p.v. het aanreiken van een methode, zet al op de basisschool een grote groep op afstand. En dat kan niet de bedoeling zijn van een basisschool. Bovendien leren de excellerende rekenaars onder de kinderen later bijna moeiteloos andere, en voor hun misschien betere methoden om een rekenprobleem op te lossen.
De realistische rekenmethode is wat je kunt noemen een doorgeschoten universitair expirement, arrogantie van hoogleraren.
Je ziet dezelfde arrogantie terug bij het taalonderwijs, en de steeds weer opnieuw veranderende spellingregels.
Nu lijkt het tij te keren, maar we zitten nog jaren met de gevolgen van dit wanbeleid op onderwijsgebied.