Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
Pauw & Wittemannen maken je niet wijzer
In talkshows heerst de religie van het platte gewin, boven de sociale relevantie. De samenleving en de democratie zijn er niet bij gebaat.

Zouden Jeroen Pauw en Paul Witteman het zelf beseffen? Dat ze hun journalistieke ziel hebben verkocht aan de fetisjist van de kijkcijfers die sensatie eist in plaats van informatie. Dat ze gewillig vissen in troebel water om relevante kwesties tot rellerigheid te sublimeren. Maar dat de kracht van het beeld in onze tv-democratie ook verantwoordelijkheid vraagt.

De beeldcultuur eist slachtoffers, zie het abrupte vertrek van minister Vogelaar. Volgens columnisten en journalisten is zij over haar gebrekkige beeldvorming gestruikeld. Beeldvorming die vooral door de macht van het medium tv wordt gecultiveerd.

Voor politici is het natuurlijk handig als je over een soepele presentatie beschikt. Maar keren we de waarden niet om als we hen afrekenen op hun beeldvorming en voorbijgaan aan hun beleid?

Bij het vertrek van Vogelaar is uit en te na verwezen naar haar optreden bij Pauw en Witteman waar ze door Heleen van Royen en Jort Kelder in verlegenheid werd gebracht. En naar haar afgemeten zwijgen tegenover een verslaggever van GeenStijl.

Talkshows als Pauw en Witteman, Knevel en Van den Brink en De Wereld Draait Door (DWDD) hanteren de van Barend en Van Dorp bekende formule van een of twee presentatoren, bijgestaan door een sidekick die voor het opleuken mag zorgen of met verbaal geweld een voltreffer mag plaatsen. Het is een vorm van amusement die kennelijk door veel kijkers wordt geapprecieerd. De formule laat echter geen ruimte voor de nuance of een inhoudelijke discussie. Ze krijgt, vaak op subtiele en soms ronduit grove wijze, vorm in een overvalstactiek waarbij de ene presentator de indruk wekt een rustig gesprek met zijn gast te voeren terwijl zijn collega of de sidekick onverhoeds een boude opmerking plaatst, waardoor de gast van zijn apropos wordt gebracht.

De inbreng van de sidekick is vooral bedoeld om te shockeren of te ruziën (Kelder tegen Vogelaar: ”Volgens mij moet u eens een cursusje charisma gaan volgen.” Een genant schreeuwende Jan Mulder tegen Felix Rottenberg bij DWDD). Al geef ik toe dat good old Hannie van Leeuwen in die rol bij Knevel en Van den Brink aandoenlijk was.

In een vertegenwoordigende democratie leggen politici verantwoording af aan het parlement en de burger. Omwille van de openheid is het noodzakelijk dat ze door journalisten stevig aan de tand worden gevoeld, wat in de Nederlandse journalistiek helaas onvoldoende gebeurt.

Stevig ondervragen is echter niet hetzelfde als de drammerigheid van GeenStijl en de impertinentie van de sidekick in de talkshows, waarmee opzettelijk het beeld wordt neergezet van een hulpeloos politicus. Volkskrant-columniste Evelien Tonkens schreef in dit verband over journalisten die politici ’aanranden’.

Het is de dwingelandij van de formats die het journalistieke karakter van de talkshows verstikt. In de jacht naar kijkers worden gasten van verschillende disciplines bijeengebracht, waarbij uitgangspunten als ’opzienbaren’ (een imam die geen handen wil schudden), ’in opspraak zijn’ (een dominee die niet in God gelooft), ’rellerigheid’ (Sinke, Van der Linde en Verdonk) en ’confrontatie’ (Freek de Jonge contra Peter R. de Vries) in een vast keurslijf worden geperst. En in een onbestemde achtergrond speelt ook leedvermaak bij voortduring een rol: mensen in de problemen brengen en met grote nieuwsgierigheid blijven kijken of en hoe ze zich eruit redden.

Het is daarom begrijpelijk dat steeds meer politici zulke talkshows mijden. De maat genomen worden door een ondeskundige sidekick, nodigt niet echt uit. En de onvoorspelbaarheid van de setting maakt de kans gering dat ze hun verhaal over het voetlicht kunnen brengen. Het mag dus niet verwonderen dat de shows weinig nieuws opleveren of veel valse lucht produceren (Peter R. de Vries en Natalee Holloway).

De Pauw en Wittemannen zouden moeten erkennen dat ze met hun talkshows de journalistiek vaarwel hebben gezegd en willige coryfeeën zijn geworden van de Hilversumse vermaakindustrie. De keuze van de onderwerpen die in de shows ter tafel komen, wordt niet afgemeten aan het maatschappelijke belang, maar aan het scoringspercentage bij het kijkerspubliek. De religie van het platte gewin, boven de sociale relevantie. De samenleving en de democratie zijn er niet bij gebaat.

---

In dit stuk uit Trouw van zaterdag 27 december 2008 wordt m.i. een vinger op een zere plek gelegd.
Het logenstraft de positieve toon die Gerard Timmer een paar dagen geleden had over de publieke omroep.
De journalistieke ziel van Jeroen Pauw en Paul Witteman, en tevens die van de publieke omroep, is inderdaad verkocht aan de fetisjist van de kijkcijfers die sensatie eist in plaats van informatie.

Brood en spelen, het is eigenlijk nog nooit anders geweest. Ik vindt het alleen jammer dat zulke te hoog geprezen onzin op kosten van de belastingbetaler kan gaan.