LONDEN - Archeologen hebben een grote
neolithische nederzetting
opgegraven in de buurt van het Britse
monument Stonehenge. Het dorp bestaat uit
zeker honderd woningen, die waarschijnlijk
zijn bewoond door de bouwers van het
religieuze complex.
De woningen bij Durrington Walls stammen uit 2600 tot 2500 voor Christus, dezelfde
periode waarin Stonehenge is opgetrokken.
„In wat ooit huizen waren, hebben we de
afdrukken van bedden en houten kasten
gevonden”, zei archeoloog Parker Pearson van
de universiteit van Sheffield tegen de BBC.
Acht huizen zijn feitelijk uitgegraven, maar
met hulp van geofysische
onderzoeksmethodes is vastgesteld dat er nog
honderd huizen van 5 vierkante meter hebben
gestaan.
De houten onderkomens hadden een vloer van
klei en een centrale haard. De archeologen
vonden afval van 4600 jaar geleden. „Dit is
de rijkste, met andere woorden de meest
vervuilde, vindplaats uit die periode in
Groot-Brittannië”, zei Pearson. „We hebben
nog nooit zoveel aardewerk, dierenbeenderen
en vuursteen gezien.”
De nederzetting werd mogelijk alleen
gebruikt voor begrafenisrituelen, leiden de historici af uit de vondsten. Uit de wijde
omgeving kwamen de mensen voor feesten rond
midwinter, waarbij ze grote hoeveelheden
eten nuttigden. De botten werden daarna op de
grond geworpen, vermoeden de archeologen.
-------
Ze vierden daar dus midwinterfeesten terwijl
kerst nog niet uitgevonden was.
De vondst is waarschijnlijk mede mogelijk
geworden door technologische
ontwikkelingen, die wetenschappers betere
zoek instrumenten geeft.