Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
zelfbevestigende voorspelling
DOORN – „In Israël is de openheid tegenover de boodschap van de Bijbel zeer groot. Er zijn nog nooit zo veel Bijbels uitgedeeld en er komen velen tot geloof.”

Dat zei Ton Stier, directeur van de stichting Israël en de Bijbel (IB), vrijdag op een Israëlconferentie in Doorn. De conferentie, die van vrijdag tot en met zondag duurde, had als thema ”Ontwikkelingen in het Midden-Oosten door het oog van Israëls profeten”.

De stichting Israël en de Bijbel wil Joodse mensen hun eigen Boek, de Bijbel, teruggeven. De IB-uitgaven bestaan uit tweetalige Bijbels, waarvan één taal altijd het Hebreeuws is. Inmiddels zijn er Franse, Duitse, Engelse en Hongaarse versies. De verspreiding van de Bijbels wordt uitgevoerd door veldwerkers.

„De Bijbel is niet alleen geschiedenis”, stelde Ton Stier. „De Bijbel is ook profetisch van aard. In Jesaja staat: „Mijn raad zal bestaan, en Ik zal Mijn welbehagen doen.” De vervulde profetieën laten dat ook zien. Jesaja 45:1 spreekt over Kores. Deze kende de Heere niet, maar de Heere roept hem bij zijn naam. Zo heeft Kores 200 jaar na deze profetie de herbouw van de tempel gefaciliteerd.”

Het is volgens Stier opmerkelijk dat zo’n klein landje als Israël steeds weer in de belangstelling staat. „Je kunt het op de wereldkaart nauwelijks vinden. En toch is alles in de Bijbel gericht op dat kleine landje.”

Volgens Stier is de strijd tegen Israëls God de laatste fase ingegaan. „Het is als met een uurwerk. Om dat in beweging te brengen, moeten de gewichten in de hoogste stand staan. Maar dan loopt de klok nog niet. Pas als je de slinger een zetje geeft, komt de klok in beweging. Zo gaat God Zijn weg in de geschiedenis. De gewichten zijn opgewonden, maar de slinger die de laatste fase inluidt, moet nog in beweging worden gezet.”

---

De laatste fase, dat werd eeuwen gelden ook al diverse keren geroepen: 'Nog eens, een weinig tijds zal het zijn; en Ik zal de hemelen, en de aarde, en de zee, en het droge doen beven...'

Natuurlijk is het niet opmerkelijk dat Israel steeds weer in de belangstelling staat, er zijn altijd genoeg lieden die er om uiteenlopende redenen de aandacht op vestigen.
Voor een steeds groter aantal mensen in Nederland is de bijbel niet anders dan een bundel oude teksten, misschien geaccepteerd als verhaal maar zeker niet als feitelijke historie. Misschien is dat ook wel de achterliggende reden van het steeds luider klinken van religieuze standpunten in de media: de angst dat wetenschappelijk onderzoek de mythe geheel en al onderuit haalt.

Zo bezien lijkt de laatste fase inderdaad ingegaan, alleen op een iets andere manier dan Ton Stier dat wellicht bedoelde.