Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
Nog een keer uit 'New Green Deal'
Economie is geen natuurwet, en waar het gaat om productie, inkomensgroei en verdeling, gebruik van hulpbronnen en welzijnsontwikkeling, kan elk systeem worden gekozen en aangepast, omdat dit vooral kwesties zijn van cultuur, keuzen die worden gemaakt en ten uitvoer gebracht door mensen, waarbij het economisch stelsel alleen maar een werktuig is en niet meer.
Economie kan dan een instrument zijn waarmee we de gewenste, culturele waarheid kunnen vaststellen. Zo'n economische sturing geeft aan speculanten en graaikapitalisten waarschijnlijk geen ruimte meer.

En wat als dit alles niet gebeurt? De oorspronkelijke bood­schap van de Club van Rome luidt, in de woorden van Jay Forrester: `De laatste honderd jaar werd het leven op aarde beheerst door groei. Groei van de bevolking, van de produc­tie, van het inkomen en de kapitaalvorming, van de uitputting en van de vervuiling. Er zal en moet een einde komen aan deze groei; de enige vraag is: hoe? Vrijwillig, door beleid en uit vrije wil, of via natuurlijke processen, dat wil zeggen, ineenstorting en catastrofe?' Uiteindelijk is dit het toekomst­beeld, en vele elementen daarvan zijn in de wereld om ons heen al werkelijkheid geworden: de ineenstorting van levens­noodzakelijke ecosystemen, van gemeenschappen, streken en volkeren; gebrek aan voedsel; waterschaarste; klimatologi­sche veranderingen; en ten slotte oorlog.

Van de oorlogen die in de wereld woeden, is meer dan 70 procent terug te voeren op uitputting van hulpbronnen en ineenstortende stelsels van levensonderhoud. Dat is de uiteindelijke consequentie, die dui­delijk bevestigd wordt door auteurs als Meadows, Kennedy, Kaplan, Diamond, Pearce, Friedman, Stiglitz en vele anderen.

De tweede consequentie is de minder catastrofale voorloper van deze ineenstorting, het proces van individuele verrijking van enkelen ten koste van een groeiende algehele armoede, de achteruitgang in welvaart en welzijn, die we vandaag de dag overal kunnen waarnemen, en die methodologisch bevestigd wordt in de genoemde studies van Daly en Cobb.

Het is belangrijk om de moderne westerse politieke praktijk aan deze omstandigheden te toetsen, want deze bestaat uit steeds meer bezuinigingen ter bescherming van de koopkracht en de individuele consumptie, waaraan het algemeen belang wordt opgeofferd. Omdat de technologie zich hoofdzakelijk richt op het vervangen van arbeid (een proces dat bekendstaat als productiviteitsgroei), ontstaat er onevenwichtigheid in inko­mensgroei tussen die sectoren waar de productiviteit stijgt, met andere woorden in de industrie, en die sectoren waar dit niet mogelijk is, zoals bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, onderwijs, rechtspraak en openbaar bestuur. Looneisen in deze sectoren kunnen niet worden opgevangen door een stij­gende productie, ofschoon er wel pogingen in die richting worden gedaan door scholen te laten fuseren, bejaardente­huizen en ziekenhuizen te sluiten (door in de zorg prestaties en productiecijfers te meten, wat aanleiding geeft tot krank­zinnige toestanden), politiekorpsen op te heffen en rechtban­ken te overbelasten. Het uiteindelijke resultaat is dat de moderne verzorgingsstaat aan het verdwijnen is, ten gunste van een groeiende particuliere consumptie en de verrijking van een kleine elite. Het neoliberale model bepaalt aldus de toekomst: slechte openbare voorzieningen, slecht openbaar vervoer, vervallen en onveilige binnensteden, overbevolkte en steeds onhygiënischer ziekenhuizen, verarmde bejaarden, ongemotiveerd en slecht onderwijs, een verpieterde cultuur, bezuinigingen op wetenschappelijk onderzoek en verwaarlo­zing van het milieu. Elke regering vult deze agenda, en het is geen wonder dat ze zich bovenal bezighouden met het opkrik­ken van de productiegroei, in de hoop dat dit de middelen zal voortbrengen waarmee de nieuwe armoede kan worden bestreden.

Dat mag dan bij de groei in het verleden gelukt zijn, maar het gaat nu niet langer op, omdat een steeds groter aandeel van elke nieuwe ronde van productiegroei uit negatieve economie bestaat: compensatie en herstel, het verwer­ken van afval en het beheersen van de complexiteit, met andere woorden: uitgaven die als inkomen worden gerekend. Het voorbeeld par excellence van onze tijd kan men vinden in de landen die nu lijden onder oorlog, guerrilla en dictatuur, waar de wapenindustrie massa's geld verdient.
Wanneer er eenmaal vrede is, zullen de sloopbedrijven, de opruimings­ploegen, de aannemers, de internationale consultancybureaus en alles wat met de wederopbouw te maken heeft, hetzelfde doen. Als over 25 of 50 jaar het land weer terug is op het niveau van vóór de oorlog, is er netto niets bereikt, maar de groeicijfers zien er prachtig uit.

Dit is het lot van elke economie die de grenzen van de groei heeft overschreden. Het neoliberale monetaire beleid voert naar een versnelde afbraak van zowel de verzorgingsstaat als de steunpilaren waarop de productiegroei rust.
Beide soorten ineenstorting zijn het resultaat van de hypocrisie en de metafysica waarmee economische informatie is doordrenkt. Economie kan een mooi instrument zijn, mits toegepast in de oorspronkelijke betekenis: het huis (oikos) van de mens in goede staat houden.

---

Het bovenstaande is te lezen op bladzijde 52 t/m 55 van het boek 'New Green Deal' van Wouter van Dieren.

In Amerika zijn ze, zoals meestal, al een stapje verder: er bestaat daar al geen verzorgingsstaat.
Zolang neoliberaal economische model gevolgd wordt komt die er ook niet van: de plannen van president Obama voor het op poten zetten van zoiets hebben zeer weinig kans van slagen.

Tot op heden heb ik in het nieuws nog niets gelezen dat er op wijst dat het neoliberale gedachtengoed op zijn retour is.
Sterker nog: in economenland is men alleen maar bezig de oude draad weer op te pakken. Precies dat zit er achter het zo snel als mogelijk de geleende staatssteun af te lossen: zolang die leningen er nog zijn kan de bonuscultuur niet terug komen.

Maar ja, als een groot deel van de bevolking het accepteert om op de pof tegen hoge rente allerlei onnodige zaken te kopen...
Vreemd is het daarbij toch wel dat allerlei non-profit en welzijnsinstanties kennelijk niet in staat zijn de burger voldoende te behoeden voor dergelijke financiële misstappen.