DEN HAAG - De gemeente Den Haag wil zich in maart niet weer hoeven schamen voor een historisch laag opkomstcijfer bij de gemeenteraadsverkiezingen. Diverse campagnes en projecten, vooral gericht op allochtonen en jongeren, moeten de Hagenaars in groten getale naar de stembus lokken.
In 2002 kwam, ondanks roerige Leefbaar-tijden, slechts 44,41 procent van de stemgerechtigden in de Hofstad opdagen. Landelijk was dat 57,7 procent. Burgemeester Deetman vroeg zich toen af of de stemplicht niet weer moest worden ingevoerd.
Van dat idee is later niets meer gehoord, maar het stadsbestuur is wel aan de slag gegaan om een hogere opkomst te verwezenlijken. Uit onderzoek in vier wijken bleek in november 2003 dat niet-stemmers het niet belangrijk vinden om te stemmen, het er te druk voor hebben of het gevoel hebben dat stemmen geen zin heeft, omdat „partijen toch doen wat ze zelf willen”. Vooral jongeren en allochtonen lieten in 2002 verstek gaan in het kieslokaal.
--------
Zo te zien heeft de gemeente er niets van geleerd. Want wat uit het onderzoek blijkt is dat de burger zich in de steek gelaten voelt.
Of het nu gaat om een gokhal in Zwolle, het masterplan betreffende 'De Deel' in Emmeloord of de kwestie over de IJsselmeer ziekenhuizen, de gemeente lijkt zich zeer weinig aan te trekken van wat zijn inwoners er van vinden of zich zelfs afzijdig probeert te houden in een kwestie.
Nu kan het zijn dat sommige dingen niet in de smaak vallen van de burger, maar toch noodzakelijk zijn. Maar in zo'n geval zijn er toch voldoende geldige argumenten voor op tafel te leggen anders dan kleinburgerlijke, dorpspolitieke prietpraat?