Weblog van Leen   |  home |      admin |    Thursday, November 6th   
Onderzoek: intuītieve denker vaker gelovig
Wie een aanleg heeft voor kritisch redeneren vindt het geloof vaak minder aantrekkelijk. Mensen die handelen op basis van instincten geloven vaker in God dan zij die 'reflectief' denken. Dat concluderen onderzoekers van de Harvard-universiteit.
Verschillen in de mate waarin mensen geloven hebben niets te maken met intelligentie. Iemands denkstijl is belangrijker, vermoeden de Amerikaanse psycholoog Amitai Shenhav en zijn collega's. Ze publiceerden hun bevinding in Journal of Experimental Psychology: General.

De intuītieve denker gaat af op instincten en laat zich leiden door 'automatische leerprocessen'. Reflectieve denkers zijn rationeler: zij vragen zich af of hun instinct klopt en overwegen andere mogelijkheden. Daardoor kunnen ze keuzes maken die tegen hun intuītie in gaan.

Spectrum
'De ene manier is niet beter dan de andere', waarschuwt co-auteur David Rand. 'Zowel intuītie als reflectie is belangrijk, en dus zoek je naar een balans. Waar je je op dat spectrum bevindt, is van invloed op hoe je in God gelooft.'

Rand en Shenhav onderzochten honderden Amerikanen op hoe zij keuzes maakten. Ze lieten één groep kandidaten over situaties vertellen waarbij het volgen van hun instinct een goed resultaat op had geleverd. Een andere groep moest hetzelfde doen met situaties waarin ze zorgvuldig geredeneerd en gereflecteerd hadden.

Succes
Kandidaten die een intuītief succes hadden beschreven waren sterker overtuigd van Gods bestaan dan de groep met een 'reflectieve' herinnering. Mogelijk leidt intuītief denken dus tot geloof.
Ook het tegenovergestelde kan het geval zijn, waarschuwen de onderzoekers. Misschien stimuleert godsgeloof juist intuītief denken. Vervolgonderzoek moet meer duidelijkheid bieden.

---

Waar hier m.i. aan voorbij gegaan wordt is 'kennis', het weten.
Dat staat in principe los van intelligentie.
En kennis doe je niet op door intuītie, maar door onderzoek, reflectie.
Logisch dus dat intuītieve denkers vaker in God geloven, voor hun hoeft er geen enkel feit aan ten grondslag te liggen.

Waar kennis ophoudt begint religie.
Zo kom je met een omweg toch weer bij intelligentie terug: domme mensen zijn minder goed in het verzamelen van kennis, en dus eerder geneigd in een God te geloven.