Gemeente van onze Heer Jezus Christus!
Deze week kreeg ik per email een vraag van een meisje uit onze gemeente.
Ze moest voor school een werkstuk maken over godsdienst.
En één van de vragen waar ze een antwoord op moest geven was: Hoe denken de mensen van jouw gemeente over niet-christelijke religies?
Of ik haar daar bij helpen wilde.
Ja, eigenlijk had ze die vraag vanmorgen aan u allemaal moeten stellen.
Nou, wat zou u geantwoord hebben?
Al vele jaren lang heb ik met al mijn belijdeniscatechisanten een persoonlijk gesprek.
Als voorbereiding op dat gesprek moeten ze op een aantal vragen schriftelijk anttwoord geven.
Eén van de vragen die ik steevast stel is: Vinden jullie dat het christelijk geloof het enig ware geloof is?
Niet iedereen durft dat zomaar te zeggen.
Het klinkt zo arrogant: wij alleen kennen de waarheid.
En al die andere godsdiensten kloppen niet.
Vooral nu die andere godsdiensten zo dichtbij gekomen zijn.
Je kunt zomaar een moslim tegenkomen.
Maar ook boeddhisten en hindoeïsten vind je in ons land.
En om tegen hen te zeggen: jullie godsdienst is verkeerd! - dat doe je niet zomaar.
Want het komt zo gemakkelijk verkeerd over.
Dat christenen anders zijn, dat klinkt zo gemakkelijk alsof we beter zijn.
Voortreffelijker.
Uitnemender.
Het neusje van de zalm.
De élite!
Ik denk dat de meesten van ons daar toch moeite mee hebben.
Er zijn dan ook nogal wat mensen - ook christenen - die dat ontkennen.
Nee, zeggen zij, alle godsdiensten zijn in principe even veel waard.
Laat alsjeblieft niemand beweren dat alleen hij/zij het ware geloof heeft.
En dat alle andere slecht en verkeerd zijn.
Laat een christen niet zeggen dat zijn geloof beter is dan wat de moslim gelooft.
Of de hindoe of de boeddhist.
Veel mensen gaan zelfs nog een stap verder.
Ze zeggen: Het is juist mooi dat er zoveel verschillende overtuigingen zijn.
Al die variatie is geweldig!
Zo vullen we elkaar juist prachtig aan.
Kent u het verhaal van de zes blinden en de olifant?
Zes blinden werden bij een olifant gebracht.
Ze kregen de opdracht de olifant aan te raken.
En daarna moesten ze vertellen wat een olifant was.
De eerste blinde raakte de slurf van de olifant aan.
En hij zei: Een olifant is een slang.
De tweede raakte een slagtand aan en zei: Een olifant is een zwaard.
De derde voelde een oor en zei: Een olifant is een waaier.
De vierde legde zijn hand tegen één van de flanken van het beest.
En hij zei: Een olifant is een muur.
De vijfde stond bij een poot en zei: Een olifant is een pilaar.
De zesde had de staart te pakken en zei: Een olifant is een touw.
Zoveel blinden, zoveel meningen.
Precies, zeggen velen vandaag.
Zo is het ook met het geloof.
Ieder geloof heeft een stukje van de waarheid.
En alleen samen met elkaar hebben we de hele waarheid.
Luister daarom goed naar elkaar.
Je kunt van elkaar leren.
Kan dit waar zijn?
Houden mensen het echt vol om dit voor waar te houden?
Ja, wordt dan wel gezegd, elk geloof of elke overtuiging die oprecht gekoesterd wordt kan als waar worden beschouwd!
De enige maatstaf lijkt te zijn: als je er maar eerlijk in gelooft.
Maar wat doen we dan b.v. met racisten?
Als je nou toch eerlijk gelooft dat Nederland of Europa er een stuk van zou opknappen als alle Turken, Marokkanen
en Surinamers enz. zouden worden teruggestuurd naar hun eigen land?
Als mensen daar nu oprecht van overtuigd zijn?
En stel dat er in ons land één of andere antieke godsdienst nieuw leven wordt ingeblazen, waarin het brengen
van kinderoffers heel normaal wordt gevonden.
Je hoort zulke dingen trouwens wel van de Satanskerk.
Zeggen we dan ook: Nou ja, het is mijn geloof wel niet.
Maar je moet het toch wel zien als een stukje van de waarheid.
Als die lui dat nu eerlijk menen!
Dan moet je daar begrip voor opbrengen.
Ik denk dat maar weinigen zover willen gaan.
Maar dat betekent toch dat je er niet onderuit kunt iemands overtuiging te beoordelen?
En wie zich ook maar enigszins in de verschillende godsdiensten verdiept, zal al gauw merken dat ze op heel
wezenlijke punten elkaar soms lijnrecht tegenspreken.
Je ontdekt dan dat je het gewoon niet vol kunt houden dat het daarbij gaat om verschillende kanten van de
ene waarheid, die elkaar prachtig aanvullen.
Integendeel, wat in de ene godsdienst wit genoemd wordt, heet in de andere zwart.
Wat in de ene levensovertuiging geprezen wordt, wordt in de andere scherp afgewezen.
Dus moet je toch kiezen.
En kiezen voor het ene is kiezen tegen het andere.
Kiezen voor Christus is kiezen tegen elk geloof en tegen elke overtuiging waarin Christus niet centraal staat.
Dat kan nu eenmaal niet anders.
En heb je eenmaal voor het geloof in Christus gekozen hebt, dan zal dát ook de maatstaf waaraan je alle andere
overtuigingen meet.
Dat hangt onlosmakelijk met je keuze samen.
Zoals iemand die voor een andere godsdienst kiest vanuit dié overtuiging o.a. het christelijk geloof zal beoordelen.
Is het niet eerlijk om dat gewoon onder ogen te zien?
In elk geval, voor Paulus is het duidelijk.
Wie niet in Christus gelooft kent de waarheid niet.
En in onze tekst zegt hij over de niet-gelovigen drie dingen.
Allereerst dat ze loze denkbeelden hebben.
Verder dat in hun geest duisternis heerst.
En tenslotte dat ze vervreemd zijn van het leven met God.
Dus allereerst: wie Christus niet kent heeft loze denkbeelden.
Paulus bedoelt daarmee, dat je buiten Christus om geen idee van het leven hebt.
Dan is het leven een raadselachtig bestaan, waarom geen mens gevraagd heeft.
Wij hebben het niet uitgevonden en niet gemaakt.
Het is een gegeven.
Je kunt ook zeggen: het is gegeven.
Maar door wie of wat is het leven dan gegeven?
Is de gever een spotter, die speelt met mensenlevens?
En die ons neersmakt in een bestaan zonder zin?
Is het een almachtig, maar onbewogen wezen dat in geen planetenvelden of melkwegen te vinden is?
Is het het Toeval of het Noodlot waaraan we het leven te danken hebben?
Maar waar leeft een mens dan voor?
Voor welk doel?
En wat is de zin?
Is het genoeg, dat je er ooit eens geweest bent?
Dat je een aantal jaren hier op aarde hebt doorgebracht?
Jaren waarin de meeste mensen meer verdriet en pijn hebben ervaren, dan blijdschap en geluk.
En is dat dan alles?
Freddie Mercury was de leadzanger van Queen, een bekende popgroep in de jaren 80.
In één van z'n laatste songs (hij overleed in '91) zong hij: Weet iemand waarom wij leven?
De man was schatrijk.
Had over de hele wereld duizenden bewonderaars.
Maar kort voor z'n dood bekende hij in een interview dat hij wanhopig eenzaam was.
Je kunt alles hebben in de wereld, zei hij, en toch een eenzaam mens zijn.
En dat is de bitterste vorm van eenzaamheid die bestaat.
Succes heeft van mij een wereldidool gemaakt en me vele miljoenen opgeleverd.
Maar het heeft mij dat éne onthouden dat wij allemaal nodig hebben: een duurzame liefdevolle relatie.
Hij moest erkennen dat hij geen begrip had van de betekenis van het leven.
Slechts loze denkbeelden.
In hun geest heerst duisternis.
Dat is het tweede wat Paulus zegt van hen die Christus niet kennen.
Want dan mis je het vermogen om zuiver te waarderen.
Dan mis je de maatstaf om iets goed te noemen of slecht.
Dan heb je geen juiste antenne voor waarheid of leugen.
Ja, is er dan eigenlijk wel zo'n maatstaf?
Of is dat een kwestie van smaak?
Is er een norm die al gold in het jaar nul, maar die ook blijft gelden in 2005?
Of gaat het erom dat jij je er goed bij voelt?
Is alles o.k. zolang er hier of hier geen alarmbel gaat rinkelen?
Wie Christus niet kent mist het vermogen om te onderscheiden wat werkelijk goed of verkeerd is, zegt Paulus.
En als iemand er wel degelijk normen en waarden op na houdt, dan is de vraag wat daar de basis van is.
Waarop rusten die normen en waarden?
Wie heeft die dan feilloos zeker vastgesteld?
En het meest wezenlijke wat Paulus zegt om hen te typeren die zonder Christus leven is dat ze vervreemd
zijn van het leven met God.
Wie Christus niet kent, die kent God niet.
Die is vreemd aan God, heeft geen band met God.
Dan leef je in absolute onwetendheid.
Ongeloof of vals geloof is onwetendheid.
Dat is leven buiten de werkelijkheid.
Dan krijg je er geen goed beeld van.
Ik denk nog eens aan wat Freddy Mercury zei vlak voor zijn dood:
Wat wij allemaal nodig hebben is een duurzame liefdevolle relatie.
Daarmee sloeg hij de spijker op z'n kop.
Dat hebben we inderdaad broodnodig.
Alleen, er is binnen de wereld van ons mensen geen enkele relatie die die behoefte compleet bevredigen kan.
Er is geen enkele menselijke relatie die volledig duurzaam kan zijn.
Als je wel die verwachting hebt, dan raak je subiet teleurgesteld.
En ik geloof dat de seksuele chaos van onze dagen daar een schrikbarend teken van is.
Mensen vluchten van de ene relatie in de andere.
En iedere keer hopen ze daarin iets te vinden wat er niet in te vinden is.
Wat overblijft is altijd de kater.
Het gevoel van teleurstelling.
Er blijft altijd iets ontbreken.
En dat komt omdat wij ooit geschapen zijn om te leven in een relatie met God.
We hebben een ingebouwde behoefte aan contact met God.
Als we dat contact missen zijn we niet compleet.
En die behoefte kan alleen worden vervuld door God zelf.
En nooit door iets dat hoe dan ook voorbij gaat.
Maar als we van God vervreemd zijn komen we telkens in de verleiding om andere dingen in Gods plaats te
stellen.
We denken: Als ik maar een leuke jongen ontmoet of een lief meisje tref.
Als ik maar die leuke baan kan krijgen.
Als ik maar zoveel verdien dat ik dat mooie huis kan kopen.
Of die prachtige vakantiereis kan maken.
Maar hoe vaak blijkt niet het verkrijgen van de zaak het einde van het vermaak?
Dat het toch niet geeft wat je verwachtte?
Er blijft een lege plek in ons bestaan, een gevoel van gemis aan volheid en geluk.
Daarom zijn zoveel mensen gefrustreerd en depressief.
Er blijft iets ontbreken.
Nogmaals, dat komt doordat wij geschapen zijn om te leven in een relatie met God.
En waar mensen vreemd zijn aan God, vervreemd zijn van God, daar slaat vroeg of laat de teleurstelling toe.
En daar is maar één remedie voor: zoek de weg terug naar God.
En wat is het dan geweldig als je Christus leert kennen.
Christus, die gezegd heeft: Ik ben de weg.
Jezus Christus is de enige die ons kan brengen in die relatie met God die tot in eeuwigheid duurt.
Ja, als je Christus hebt leren kennen,
als je bent onderwezen in de waarheid over Hem, dan word je een ander mens.
Dan heb je een andere kijk op het leven, op jezelf, op God.
Iemand beschreef die verandering als volgt.
Hij vertelde dat ze bij hem thuis vroeger een oude zwart-wit televisie hadden.
Zo'n oud toestel waar je nooit een goed helder beeld op kreeg.
Altijd sneeuw en strepen.
Maar goed, ze wisten niet beter.
Maar op een goeie dag kregen ze in de gaten dat de tv een buitenantenne nodig had.
Van kabeltelevisie en schotels was nog geen sprake.
En plotseling konden ze een helder en duidelijk beeld ontvangen.
En toen beleefden ze er veel meer plezier aan.
Het leven zonder een relatie met God is als zo'n oude tv zonder antenne.
Of als internetten zonder ADSL.
Zolang je niet weet dat er iets beters te krijgen is kun je daar tot op zekere hoogte gelukkig mee zijn.
Maar wanneer je eenmaal een relatie met God ervaren hebt,
zodra de vervreemding van God is opgeheven,
dan wordt ons de betekenis en de zin van ons leven duidelijk.
Dan zie je dingen die je nog nooit eerder zag.
Dan wil je voor geen goud meer terug naar dat oude leven.
Dan begrijp je pas waarom je er bent, waarom je leeft, waarom de wereld bestaat, wat het doel van alles,
waar het allemaal op uit loopt.
Want hoe beter wij Christus leren kennen, hoe meer we een hekel krijgen aan het leven waarin Hij geen rol
speelde.
Paulus zegt het zo: Door Jezus wordt duidelijk… dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moeten
worden (vs. 23).
Voortdurend.
Dat is niet een kwestie van één keer de knop omdraaien en dan zit het wel goed.
Nee, dat is een doorlopend proces.
Iets wat je elke dag opnieuw moet doen.
Dat je je denkrichting omschakelt.
Op een andere golflengte afstemt.
Van op-je-zelf gericht naar God-gericht.
Dat je je denken laat beheersen door wat Christus wil.
Dan wordt je geest en je denken vernieuwd.
Zo vernieuwd, dat Paulus spreekt over de oude mens en de nieuwe mens.
En daarvan zegt hij dat je de oude mens moet afleggen.
En dat je de nieuwe mens moet aantrekken.
Dat is een heel bijzonder beeld.
Alsof je een versleten jas uittrekt.
Wie Christus als Heer heeft aanvaard is een ander mens geworden.
Dan moet ik denken aan wat Henny Knol ons een paar weken geleden vertelde.
Dat ze met een groep medechristenen voor Open Doors naar Iran is geweest.
Om dat land binnen te kunnen komen moest ze zwarte kleren dragen.
En een zwarte hoofddoek om.
Anders mocht ze er niet in.
Ze vertelde hoe erg ze dat vond.
Toch deed ze het om de christenen daar te kunnen bezoeken.
Maar wat heerlijk om terug die kleren weer uit te kunnen doen.
En weer haar normale kleding te mogen dragen.
Dat voelde gewoon als een stukje vrijheid.
Dan voel je je meteen een ander mens.
Die donkere kleding, die alles bedekte, voelde benauwd als dat regime in Iran.
Maar de kleren die ze nu weer draagt geven een gevoel van vrijheid.
Paulus zegt: Doe Christus aan als de kleding van het Koninkrijk van God.
Dan ervaar je de vrijheid van dat Koninkrijk!
En doe de kleding van dat oude, benauwde regime uit, dat aanvoelt als een keurslijf.
Nou, dat maakt verschil uit!
Want onder het oude regime draait alles altijd om mij zelf.
Daar vind ik andere mensen aardig als ze iets voor mij betekenen.
Daar sta ik onder druk om te liegen en te verdraaien om er beter van te worden.
Daar doe ik mijn best om steeds in het middelpunt van de belangstelling te staan.
Daar zwelg ik in zelfmedelijden als anderen mij kwetsen.
Daar raak ik geïrriteerd als mijn mening niet wordt gerespecteerd.
Daar schiet ik meteen in de verdediging als mijn positie wordt aangevallen.
Daar brand ik iedereen af die anders over de dingen denkt dan ik zelf doe.
Leg af dat gedoe van de oude mens, roept Paulus.
Want dat wordt je ondergang.
In een leven dat zo om jezelf en je eigen begeerten draait raak je verstikt.
Dat heeft Freddy Mercury ervaren.
En vele anderen.
Maar u hebt Christus toch leren kennen?
En het leven dat Hij leidt?
Dat leven waar God plezier in heeft?
Trek dan de nieuwe mens aan.
De nieuwe mens die geschapen is naar Gods wil in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.
Die nieuwe mens is Christus.
Hij alleen is de nieuwe mens.
En Hij alleen kan ons tot nieuwe mensen maken.
Hij alleen.
Die waarheid vind je in geen enkele andere godsdienst.
En in geen enkele andere levensovertuiging.
En Christus wil in u en in mij en in alle gelovigen wonen.
Dan ontvangen we nieuwe stimulansen.
Om lief te hebben.
Geduldig te verdragen.
Begrip te hebben.
Onaardige, lastige mensen te accepteren.
Trouw te blijven ook als het moeilijk wordt.
Dat hoort allemaal bij de nieuwe mens.
Nee, het zal allemaal niet volmaakt worden.
Daarvoor blijft de oude mens nog te veel aan ons rukken en trekken.
Maar als we Christus hebben leren kennen kan het in ons gaan groeien.
De vrucht van de Geest.
AMEN
Ds. J.C. Schaeffer